Als je aan de kust woonde, moest je alles wat je had beschermen tegen het water. De zee lag altijd op de loer om toe te slaan. De mensen vonden de zee een monster, dat grote stukken land opslokte. Daarom noemden ze hem de Waterwolf.

 

De beste manier om de zee tegen te houden, was met een dijk. Hoe sterker de dijk, des te beter je beschermd werd. De eerste dijken maakten ze van klei en plaggen, uitgestoken stukken van de bovenste bodemlaag met planten en wortels. Later

kwamen er ook dijken met hout en steen. Je leest er

meer over bij ‘Dijken aanleggen’.

 

 

In 1916 was er een grote watersnood, die langs de hele Zuiderzeekust voor overstromingen zorgde. Honderd jaar later, in 2016, werd deze ramp herdacht. Schoolklassen in Noord-Holland maakten zelf prachtige waterwolven, die daarna verbrand werden. Dat was wel een beetje jammer. Maar het was een mooie manier om te vieren dat de Waterwolf verslagen was en dat we nu nog steeds droge voeten hebben.

 

Bekijk een filmpje van het verbranden van de waterwolven.

 

 

Verbrande waterwolven

De Hollandse leeuw bedwingt de Waterwolf. Afbeelding op een kaart met ontwerp voor de droogmaking van het Haarlemmermeer door Jacob Bartelszoon Veris, ca. 1640.

Een zeedijk leg je aan in een rechte lijn, van het ene punt naar het andere. Dan heb je immers het minste materiaal nodig en hoef je het minste geld uit te geven. Maar waarom kronkelen heel veel dijken dan toch?

 

Dat hebben we te danken aan de zee. Waar een slinger in de dijk zit, is een keer een doorbraak geweest. Op zo’n plek schuurt het binnenstromende zeewater diepe kolkgaten uit. Zo diep, dat ze er geen nieuwe dijk konden maken. Daarom werd er een stuk dijk om het kolkgat heen aangelegd. En kwam er een bocht in de dijk.

 

 

 

 

Slingers in de dijk

Oude

rechte

dijk

Vraag 6

Wat zijn plaggen?

 

Vraag 7

Waarom leg je een dijk in een rechte lijn aan?

 

Vraag 8

Wanneer herdachten we de watersnoodramp van 1916?

 

 

 

 

Terug naar hoofdpagina